Kern Konsult

Hoe meer bandbreedte innovatie aanjaagt

1 februari 2021

door: Ernst Evelo

Hoe meer bandbreedte innovatie aanjaagt

Hoe meer bandbreedte innovatie aanjaagt

Ik ben actief als vrijwilliger in het bestuur van Humanitas Zoetermeer rond het thema armoede. Daar weten we inmiddels dat langdurige schaarste niet bijdraagt aan betere beslissingen. Juist omgekeerd: door langdurige schaarste nemen mensen in de armoede soms onhandige beslissingen. Geheel onbedoeld, maar door geldstress lukt het ze even niet anders. Gebrek aan bandbreedte noemen we dat: ze willen of kunnen best anders, maar het lukt ze gewoon even niet…

Bandbreedte:
De (vrij beschikbare) mentale capaciteit om informatie te verwerken, om aandacht op te brengen, om goede beslissingen te nemen, om vast te houden aan onze plannen en om onze verleidingen te weerstaan. Door (langdurige) schaarste neemt onze bandbreedte af, verliezen we de aandacht en nemen we onhandige beslissingen

Begrijp jij dan dat we als rijksoverheid gemeenten in het Sociaal Domein door structurele bezuinigingen langdurig in schaarste brengen? Dat we denken dat ze dan bijzonder innovatief worden? Dat is toch op z’n minst opmerkelijk te noemen… Want het creatief vermogen van professionals is inmiddels chronisch overbelast, en de goedwillende professional is allang blij als aan het einde van de werkdag de wachtlijsten niet nog verder zijn opgelopen. Alweer: die professionals willen en kunnen best anders, maar het lukt ze gewoon (even) niet meer.

Hoe schaarste voor blinde vlekken zorgt

Sendhil Mullainathan en Eldar Shafir, een Harvard econoom en een Princeton psycholoog, schreven er een boeiend boek over: Schaarste, hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen. En nog erger: ze beschrijven in het boek hoe schaarste voor blinde vlekken zorgt en ons denkvermogen beperkt.

In mijn werkpraktijk herken je schaarste aan drukte in het dagelijks werk (‘daar heb ik geen tijd voor’), frictie in het samenspel (‘je luistert niet naar mij’), herrie rond taken en verantwoordelijkheden (‘dat is niet mijn rol’) en andere terugtrekkende bewegingen. En je komt dat gedoe plus die pijn (vaak uitvergroot) ook weer tegen in het samenspel met de ketenpartners.

Als overheden zetten we elkaar dus aan tot schaarste. We brengen elkaar in de kramp en zijn alleen nog maar bezig met gedoe. De sjeu gaat eruit, relaties verstarren, en het meest ernstig(!): de cliënt raakt buiten beeld. Voor alle duidelijkheid: dat zijn bijvoorbeeld de Humanitas-deelnemers in de armoede, die vaak toch al last hebben van multiproblematiek. Dat kan dit er ook nog wel even bij!

Natuurlijk, een beetje stress maakt ons alleen maar effectiever, maar langdurige stress maakt ons juist ineffectiever. Waarschijnlijk heb je dat zelf ook wel eens ervaren als je het bijzonder druk hebt en moeite krijgt met concentratie en uiteindelijk blokkeert.

Gebrek aan contact

Corona heeft afgelopen jaar tot nog een nieuwe schaarste geleid: gebrek aan contact. En natuurlijk ging ook dat aanvankelijk even beter, maar langdurige schaarste maakt ons minder innovatief en creatief. Kortom, organisaties staan stil in hun ontwikkeling.

We weten inmiddels dat de eerste coronagolf ons vooral efficiënter maakte: we propten zoveel mogelijk Teams vergaderingen in een dag. Maar we gingen de speelruimte missen, de schakeltijd. Of, in termen van Mullainathan en Shafir, de bandbreedte. We misten de tijd om even te bellen, bij te praten of gewoon af te schakelen. Inmiddels plannen we kortere overleggen, van 50 minuten, en toch zijn we daarmee gedurende de dag productiever.

Gebrek aan interactie

Een andere consequentie van deze pandemie is het gebrek aan interactie. Beeldbellen heeft een bijzondere hygiëne: iedereen komt aan het woord en kan vanuit gelijkwaardigheid zijn of haar zegje doen. Voor de introverten onder ons een zegen! Maar de dynamiek gaat eruit en de energie verdwijnt. Energie die nodig is om te interacteren, op elkaar aan te haken en door te bouwen. Het wordt grijs en valt stil.

We weten allemaal dat de huidige situatie nog niet snel zal veranderen. Dus de komende weken brengen ons niet direct meer tijd, meer geld en meer contact. We zullen dan ook anders moeten leren omgaan met schaarste. Door ons er niet in te laten vangen, maar ons er vrij van te maken. We moeten de schaarste niet met schaarste beantwoorden, maar actief de speelruimte opzoeken. We moeten bandbreedte weten vrij te spelen, om onszelf op die manier iets meer bandbreedte te gunnen.

Hoe ik dat zelf doe:

  • Door naar buiten te gaan. Zo zoek ik letterlijk de vrije ruimte op, maak het hoofd leeg en kan zo herordenen. Op die manier ontstaat er ruimte voor nieuwe inzichten en andere gezichtspunten.
  • Door te bewegen. Ik zet regelmatig bilaterale beeldbelafspraken om naar wandelingen in de buitenlucht, opdat je het hele lijf en de beweging hebt om te interacteren in plaats van slechts dat gezicht tegen die geblurde achtergrond.
  • Door om te denken. Niet focussen op de onmogelijkheden, maar inzetten op wat nog wel kan of wat juíst nu kan. Zo ben ik volop bezig met interactieve online tools, waar ik vroeger niet eens aan gedacht zou hebben.
  • Door te praktiseren. Niet te lang analyseren, maar gewoon doen, proberen, oefenen en weer bijstellen. Zo geef ik nu op speelse wijze online trainingen die minstens zo leuk zijn als mijn on site workshops.

Maar eerlijk is eerlijk: ik heb natuurlijk makkelijk praten, want ik ervaar geen échte schaarste. Ik leef in overvloed. Mijn brein is niet bezet. Maar juist daardoor herken ik meteen de professional die onderpresteert vanwege een gebrek aan bandbreedte. Of de Humanitas-deelnemer in armoede die nog helemaal geen hulp wenst omdat die gaten met gaten vult.

Mullainathan en Shafir laten in hun boek zien dat het echte antwoord op schaarste niet alleen te maken heeft met meer geld, tijd of contact. Het zit vooral in meer bandbreedte. In speelruimte om te kunnen schakelen. Ze geven een mooi voorbeeld:

Ze vroegen medewerkers wat ze zouden doen om de innovatie in organisaties te stimuleren. Ze kregen als antwoord: geef ons meer tijd. Edoch ze wilden niet meer van dezelfde soort tijd. Ze wilden meer ongestructureerde tijd: tijd om te spelen, tijd om naar buiten te staren, tijd om alles te laten bezinken, tijd om te lezen en te reageren.

Meer speelruimte

Hoe kunnen we zorgen dat professionals hun (te) beperkte bandbreedte minder belasten? Kunnen we het werk vanzelfsprekender / eenvoudiger / minder belastend maken? Niet door veel meer tijd te geven om doelen te realiseren, maar juist een klein beetje meer speelruimte?

Waarom maken we het de professional zo lastig om tussen de wetten door te manoeuvreren om precies dat te doen wat niet alleen klopt maar ook deugt. Waarom wordt zijn of haar bandbreedte bezet met regels, kaders en normen? Waarom gunnen we ze niet meer ruimte? Geef ze een beetje meer speelruimte en ze gaan veel beter presteren.

Ik ga maar even naar buiten…

Deze blog werd geschreven door: Ernst Evelo

 

We ontmoeten je graag!

Speelt in jouw organisatie een lastig vraagstuk? Of ben je nieuwsgierig naar wie we zijn en wat we doen? Maak nu een afspraak voor een persoonlijk gesprek en laten we onderzoeken wat we voor elkaar kunnen betekenen.

Maak een afspraak